De gemeente organiseerde 27 augustus een avond over het Cultuurcentrum alias Spuiforum en het gesprek ging ook over de gebiedsontwikkeling van het Spuikwartier.Wethouder Joris Wijsmuller stelde dat het in zijn ogen belangrijk was dat er veel mensen in het Spuikwartier kwamen wonen. Hij gebruikte de woorden levendigheid en leefbaar. En hij trok de conclusie dat er daarom hoogbouw moest komen. Dat is een wonderlijke conclusie. Er zijn onderzoeken over leefbaarheid en hoogbouw waarin niet direct een positief verband wordt aangetoond. Waarom is deze wethouder er dan bij voorbaat al positief over?Het wonderbaarlijke hoogbouw verhaal werd ingezet door Jo Coenen. Hij kwam op de proppen met diverse nieuwe torens in het stadgezicht en beargumenteerde die met de toren van de Nieuwe Kerk. De kerktoren was in zijn visie overigens de laagste toren, dat zal niemand verbazen. Het bestaansrecht van de Nieuwe Kerk, en de essentie van bijna iedere kerk, ligt in de mensen die er om heen wonen. Dat is juist uit het oogpunt van gebiedsontwikkeling interessant. Als mensen zich ergens vestigen en er hun brood kunnen verdienen, ontstaan er allerlei activiteiten die ruimte vragen: een markt, een waag, een kerk. Er is een ingewikkelde financiële organisatie voor nodig, en in het geval van de Nieuwe Kerk ook een ingewikkelde constructieve innovatie, en als dat allemaal lukt, resulteert dat in de bouw van een kerk. De Nieuwe Kerk is het hoogste gebouw in een zee van huizen. Het staat er omdat in die huizen mensen wonen, die dat voor elkaar hebben gekregen.Het ingewikkelde samenspel tussen de mensen, hun huizen en de stad is in de vorige eeuw op een belachelijke manier versimpeld. Dat kunnen we met de kennis van nu vaststellen. Het wonen werd met met man en macht technisch aangepakt en vervangen door huisvesten. Voor een goede huisvesting werd van alles uitgerekend: vierkante meters per persoon, per portiek, wanneer er een lift in het spel kwam, hoe lang een galerij kon zijn, - alles werd uit de kast getrokken en de hele santekraam resulteerde uiteindelijk in hoogbouwwijken met veel voordeuren. Het resulteerde in wijken met heel veel problemen. Heel veel mensen werden gehuisvest in wijken waar ze nooit hadden willen wonen. Wie verder wil lezen kan beginnen met het boek van Jane Jacobs, na 48 jaar ook in het nederlands vertaald:”Dood en Leven van grote Amerikaanse steden”.Ondertussen wordt er gerekend aan het Spuikwartier. Hoeveel mensen moeten daar wonen om de ontwikkeling van het gebied te kunnen betalen? Hoeveel torens? Hoeveel studenten kunnen erin wonen, of leveren studenten te weinig huur op? Hoeveel expats kunnen er gehuisvest worden en brengen die meer op of zijn er daar niet genoeg van?Maar, uh, wat voor vragen zijn dat eigenlijk?Denken we zo een wijk te maken? Is dat de stand van zaken? Hebben we niets geleerd over wijken en buurten, levendigheid en leefbaarheid? Ja toch zeker, of niet dan?