Haagse Kak (Bouw 1995)

februari 1995

Wat is de overeenkomst tussen die monumentale kastanjeboom bij de poffertjestent op het Malieveld en het haagse krakersbolwerk in het voormalig Belastingkantoor, de Blauwe Aanslag? Ze staan allebei een infrastructurele herstructurering van de binnenstad in de weg.
De aanleg van de Haagse Binnenruit door het Gemeentebestuur wordt gestimuleerd door het Rijk door een aanzienlijke financiële bijdrage aan dat andere saneringsproject daar in de binnenstad -tramtunnel en parkeerkelder. L’Histoire se repète: Bezuidenhout West, Boschzicht, Dwarsweg, Leidsebaan, semi-metro: allemaal gepasseerde stations van kostbare plannnenmakerij, gedeeltelijke uitvoering en publiek verzet waarvan de politiek klaarblijkelijk weinig leert.
De Binnenruit -een beknopte rondweg rond de kern wordt in het stratengrid van Den Haag al snel een ruit- herhaalt het verkeersconcept dat het Gemeentebestuur in het structuurplan van 1957 omarmde. Voor Dudok was deze uitspraak de druppel die de emmer deed overlopen en hij draaide gemeentebestuur en stad de rug toe. Sindsdien is deze hoofdontsluiting maar niet van de grond gekomen.
Het in de zestiger jaren door het Gemeentebestuur verkozen plan Lehner dat voor het openbaar vervoer een opstopping in de Binnenstad betekende is ook nog niet verlaten. De capaciteit ervan wordt nu met kunst en vliegwerk opgevoerd: als een fietswiel waarvan alle spaken niet in de omtrek van de naaf maar in de as bij elkaar komen. De ontstane Gordiaanse knoop wordt nu te lijf gegaan met een kostbaar tunnelproject waarmee de stad geen betere tramhalte (tram= Street-car= Strassen-Bahn) maar ook geen metro (metro= Metropolitain= Underground) wordt geboden. De gecombineerde parkeerkelder vervangt een bovengronds exemplaar van gelijke omvang waarvan de afschrijvingstermijn nog lang niet verstreken is.

De tramtunnel, de parkeerkelder in de binnenstad, de binnenruit maar ook het nieuwe Stadhuis: voorbeelden van operaties die de stad overstelpen met overspannen verwachtingen. Het is een politieke stellingname die van de stad meer vraagt dan zij kan geven en minacht wat zij te bieden heeft. De kastanjeboom en de Blauwe Aanslag verbeelden beide iets van die kwaliteit waarvoor het Haags Gemeentebestuur geen oog meer heeft. Gemeenteraadsleden, ook te goeder trouw, vatten hun werk op als aangewezenen die de multiple-choice antwoorden aankruisen die ambtelijke diensten en wethouders hen aanreiken. Continuïteit van beleid, uitzetten van lange beleidslijnen en een openbaar debat over wat stedebouwkundige opties zijn die een politieke uitspraak vragen is niet meer aan de orde. De politiek pusht en dealt. Poltiek is verengt tot een beslis-circus waar de relevante vragen niet meer gesteld worden: de verbeelding is de macht. De stedebouwkundige discipline is een marionet geworden van directeuren van diensten, van wethouders.

Haussmann zou zo onder Lodewijk Napoleon niet verder gekomen zijn dan één nota, Alphand niet verder dan één perspectiefje, Cerda niet verder dan millimeterpapier en Berlage zou het uitbreidingsplan voor Den Haag beperkt hebben tot een pamflet voor waterclosetten in arbeiderswijken.
Toch is het datzelfde Gemeentebestuur dat tegelijkertijd voorstelt dat deel van het landgoed Clingendael te bebouwen waar VROM haar barakken eens opsloeg. Nu dit tijdelijk ministerie is afgebroken moet op de ene helft van dit terrein plotsklaps een (door de Genie ontworpen!) kantoor voor 350 marechaussees komen; in de Binckhorst staan de kantoren leeg en de toren van MBO wil maar niet uit de grond schieten. De andere helft van het terrein wordt `teruggegeven aan het park’, ronkt het Gemeentebestuur, `de historische zichtas op het landgoed wordt hersteld’ heet het. Voor het gemak verzwijgt ze daarmee dat deze historische zichtas nimmer heeft bestaan en dat dit deel van het park impliciet is geannexeerd met definitieve kantoorbestemming. Het is nog maar de vraag trouwens of alle servituten, bepalingen van erven en aanliggende gemeenten, landelijke overgangsregelingen na het vertrek van Seyss-Inquart enzovoorts dit wel toestaan. Enkele jaren geleden deed dit Gemeentebestuur al iets soortgelijks voor de kantooruitbreiding van de ANWB in dit park (gedeeltelijk voor de verhuur!) en tegenover het Vredespaleis (sloop van monumenten, ook voor de verhuur!). Het laten staan van historische gevels en slopen van de monumentale trappen en stucplafonds daarachter is inmiddels populair in de hofstad. Het Gemeentebestuur doet tegelijkertijd een eersteklas locatie naast het Malieveld kado aan het VNO door net te doen of het een stedebouwkundige trouvaille betreft `het gat te dichten’ tussen Boslaan en Boschzicht. Even verderop in Scheveningen laat dit bestuur een pleinwand met toren bouwen die het Marx-Engels plein van Alma Ata niet had misstaan. Na Pepers Weena kiest ook Den Haag voor derde wereld-architectuur niveau Seoul en Quito. De toren blokkeert de zicht-as van de van Alkemadelaan: een zicht-as die juist als in Le Havre een vista-op-zee verdient en niet een gratuite stedelijke articulatie als een toren. Tenslotte stelt het Gemeentebestuur voor de Vinexgelden te laten stromen naar een bouwlokatie bij Wateringen met een dichtheid van welgeteld 21 woningen per hectare: rijkssubsidies ter grootte van woningwetleningen worden hier met doorstroomspreuken omgetoverd tot particuliere beleggingsgelden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat dit alwetende Gemeentebestuur de subsidiekraan voor culturele voorzieningen heeft omgesmolten tot koperen centen waarmee ze haar eigen Meier-Stadhuis inricht. De sneeuwklokjes en krokussen op het Voorhout staan gelukkig weer in bloei; de paarse komen gelukkig niet best op van het jaar.