(verschenen in Den Haag Centraal 1 januari 2010 en op http://www.skyscrapercity.com/showthread.php?t=825644&page=10)
De plannen om op het Spuiplein tot een cultuur-cluster te komen hebben bewondering en weerzin opgeroepen: bewondering om Residentie-Orkest en NDT beter in te passen aan dat verschrikkelijke ‘Spuiplein’, weerzin omdat de door OMA opgestelde plannen geen van alle ook maar in de gewenste richting gaan. Maar wat dan wel?
De Vereniging Vrienden van Den Haag hebben een tiental vuistregels en aandachtspunten benoemd om Den Haag fraai te houden. Zouden die 10 punten ook kunnen werken om een tot een aanzienlijk beter inpassingsvoorstel te komen bij het ‘Spuiplein’?
Die tien punten lopen we hier af en we geven puntsgewijs daarbij aan wat de nieuwe uitgangspunten zouden kunnen zijn voor de herontwikkeling van het ‘Spuiplein’.
1. Koester de eigen identiteit
De Haagse binnenstad bestaat uit een unieke reeks intieme, werkende pleinen en een aantal goede en minder goede verbindingen tussen die pleinen. Maak het ‘Spuiplein’ onderdeel van die pleinen, zorg voor werkende verbindingen en bijgevolg voor economische bestaansvoorwaarden langs die verbindingsstraten.
2. Zorg voor veelzijdigheid in harmonie
De Nieuwe Kerk met de opgehoogde voormalige begraafplaats eromheen is een barok meesterwerk uit de 17e eeuw. Pas dat respectvol in en nuanceer contrasten in maat, materiaal, architectonische taal. Een omsloten, openbaar toegankelijke kerktuin is een waardevolle nuance en rustpunt tussen het Rabbijn Maarssenplein en het Spui. Zoek naar rijkdom en verscheidenheid, zie bijvoorbeeld de nieuwbouw aan het nieuwe Paternoster Square in London.
3. De stad heeft een menselijke maat
Pleinen werken alleen wanneer de ruimte ‘als een kamer’ voelbaar is: er is een relatie tussen de wanden en de vloer ervan. Plaats, Plein, Buitenhof, Grote Markt maar ook het Muzenplein zijn daar voorbeelden van. Bij straten, lanen, pleinen en boulevards is dat niet anders. Verklein doorgangen zodat de wandeling boeiende zichten biedt.
4. Er is harmonie tussen stedenbouw en architectuur
Elke Nederlander weet eigenlijk dat de vorm van de stad gevolgen heeft voor de vorm van de gebouwen en de verfijning van de gevels. De binnenstad verdraagt nauwelijks vrijstaande objecten omdat het de openbare ruimte eromheen zo verloren maakt. Zoek dat probleem juist op en geef het treffend vorm in stadsplan en gevels.
5. Het nieuwe sluit aan op het bestaande
Herstel van de Spuiwand tussen Hulshof en Ammunitiehaven herstelt de betekenis van het Spui en maakt de Nieuwe Kerk weer tot barokke ingreep. Die Spuiwand kan van een kleinschalige argeloosheid zijn temidden van deze grote, aandachtvragende bebouwing. Een Spuiplein op de schaal van de voetganger en met een maat van pakweg de Grote Markt kan het bestaande gebouw van het NDT –een vroeg ‘meesterwerk’ van Rem Koolhaas– betekenisvol inpassen: zoals het Binnenhof de Ridderzaal inpast.
6. De ideale stad kent een levendig openbaar leven
Zorg voor openbare ruimtes zonder dode hoeken en ongebruikte begane grond: Daarom zijn veel Haagse pleinen driehoekig. Het huidige Muziektheater heeft aan drie kanten een doofstomme gevel –en het is nauwelijks te verbouwen tot iets beters. Speel Muziekzaal en Danstheater uit elkaar: de ruimte ertussen is een goede voedingsbodem voor horeca, winkels en dienstverleners. Bovendien kan het ResidentieOrkest dan rustig verhuizen naar de nieuwbouw voordat je het bestaande gebouw sloopt. En bedenk dat terrassen natuurlijk goed bezond zijn en uit de wind liggen, dat wat ambulante handel op een plein geen kwaad kan en dat een beetje verkeer levendigheid biedt.
7. Bij de publieke zaak geldt: de burger voorop
Bij het Cultuur Cluster gaat het om openbare functies en openbaar geld –van ons allemaal. Niet alleen willen we een doelmatige besteding, ook willen we het onderste uit de kan en een transparant proces. Geld uit de exploitatie halen om bouwprojecten te verwezenlijken heeft landelijk al aan veel popcentra de kop gekost: een theater of muziekzaal moet immers met zijn rijke programmering volle zalen trekken dus daar kan je het geld juist niet weghalen.
8. Burgers en bestuur gedragen zich als goede rentmeesters
Het gemak waarmee de hardstenen bestrating om het ‘Spuiplein’ ooit is neergelegd en nu weer wordt weggehaald is een wijze les: veel stedenbouwkundige blunders vragen domweg meer voorbereidingstijd en minder testosteron.
9. Verkeer is een middel, geen doel
De stad is in eerste instantie voor de wandelaar, de fietser en het openbaar vervoer. Nu de binnenstad geen doorgaand autoverkeer meer kent kan er een nieuwe bloei in de openbare ruimte ontstaan. Versmalling tot het oorspronkelijke profiel van het Spui is daar een voorbeeld van. Deze ‘krimp’ van de openbare ruimte intensiveert de reuring, de loop, maakt bebouwing mogelijk op plekken die nu nog voor verkeer zijn gereserveerd en maken de noodzaak tot hoog bouwen dus kleiner.
10. Aandacht voor stadsverfraaiing
Een stedenbouwkundigplan voor het ‘Spuitplein’ en het Wijnhavenkwartier moet voorzien in bomen en stadsgroen dat de wandelaar aan de natuur met haar seizoenen, de wind en de vogels herinnert. Het doortrekken van de bomen van de Nieuwe Haven tot aan de Turfmarkt ligt voor de hand.
Stop de architectenselectieprocedure, maak op basis van bovenstaand een stedenbouwkundig plan dat ruimtelijk en financiëel een aantrekkelijk vergezicht biedt en zoek daar dan pas een handvol architecten bij.
Peter Drijver architect