Rotterdam-Moscow
Rotterdam Moscow
B van Meggelen, A Stepanov ea
010 publishers Rotterdam
‘Wat heb jij een bespottelijk kleine oren! ‘
‘Kijk naar jezelf, jij bent lachwekkend groot!’
Het is niet ondenkbaar dat een ontmoeting tussen een Indiase en Afrikaanse olifant een dergelijk gesprek zou oproepen: twee dieren met gemeenschappelijke voorouders, elk apart verder geëvolueerd na splitsing der continenten. Een soortgelijk gevoel moet de lezer bekruipen bij de publicatie van de nadere kennismaking tussen een architectuuropleiding in Nederland en Rusland. De Academie van Bouwkunst in Rotterdam (AVBR) en het Architectuur Instituut Moscou (MARCHI) organiseerden vanaf 1993 gezamenlijk workshops in het kader van de internationale culturele uitwisseling. Want, zoals Bert van Meggelen in het voorwoord schrijft: ‘The collapse of communism has resulted in a vacuum of ideals and ideology in both systems and has challenged the basis of both of them.’
Twee opleidingen die elkaar vinden in herwaardering van de constructivistische avantgarde van de twintiger jaren, maar zich eens te meer de scheidslijnen bewust worden die nadien de architectuur ter weerszijden van het gordijn hebben bepaald. In een artikel van Bart Goldhoorn komt dit ter sprake wanneer hij een vergelijking tussen beide opleidingen start bij de experimentele Vchutemas opleiding van de twintiger jaren. Daar immers werden ervaringen met het Bauhaus uitgewisseld en werd door onder andere Ladovskij in de Vormstudie een nieuwe universele basis geformuleerd voor het architectuuronderricht. Een leer bevrijd van klassieke ordes en historische klassieke paradigma’s en gebaseerd op wetmatigheden van de visuele waarneming en psychodynamica. Een Vormstudie die tot op de dag van vandaag ten grondslag ligt aan de Nederlandse architectuuropleidingen.
Goldhoorn betoogt verder dat de architectuur als zelfstandige discipline in de voormalige Soviet Unie geïsoleerd is geraakt. De avant-garde uit de twintiger jaren bepleitte een dienstbare bouwkunst aan een moderne bouwtechniek als onderdeel van het socialisme.
De periode Stalin wees de architecten erop dat alleen classicistische middelen in staat waren de grootsheid van het communisme uit te drukken. De periode Chroestsjov versnelde daadwerkelijk de industrialisering van de bouw, maar ontwikkelde daarbij geen cultureel programma: de architecten ontwikkelden zich tot efficiënte beheerders van de door de industrie aangeleverde bouwdozen of tot tekenaars op de drempel van de vrije beeldende kunsten. De opleiding van het MARCHI -een prestigieus onderwijsinstituut- kent zo een rijke juwelendoos, waarin plaats is voor beschrijvende meetkunde, compositieleer, maar ook voor klassieke bouwkunst, stijlenkennis en -oefening, volkskunst en tekenen met oost-indische inkt en aquarel.
De AVBR is slechts toegankelijk voor studenten die werkzaam zijn in het veld; er is dus althans op papier altijd een betrekking tussen praktijk en opleiding. Daarnaast is Nederland -na het Mecanoo effect- een land met een culturele oligarchie die ambitieuze jonge architecten prefereert. De ontwikkelingen in de architectuur zijn dan ook direkt ingegeven door de ontwikkelingen in de bouwtechniek en -kosten (metselwerk-, golfplaat-, western-red-ceder- en zinkfineer) en een wat kortademige stylistiek die elk jaar een nieuwe avant-garde aan wil prijzen.
Sluiting van het boek roept dan ook een ongerust gevoel op, zoals Erich Mendelssohn die ooit verzuchtte bij terugkomst in Duitsland dat de Rotterdammers (Opbouw) te koel waren en de architecten van de Amsterdamse School weer te expressief. Immers de Nederlandse opleidingen zouden wat kunnen leren van de wijze waarop de architectuur-in-ballingschap in Rusland heeft overleefd -simpelweg door de traditie te koesteren zonder arrogantie tov maatschappelijke ontwikkelingen; de Russen zouden wat kunnen opsteken van de middelen die ingezet kunnen worden om kostenbewust maar expressieve ontwerpen te leveren. Precies daar sluimert immers bij beide opleidingen het gevaar van Academisme: van de innovatiezucht en het epigonisme in Rotterdam tot het steriele rondzingen in Moscou. Slijp de potloden en start de computers!