Schuld en Boete (Bouw 8 1992)

april 1992

Of het nu ligt aan het feit dat de nederlandse aannemerij een boete van 52 miljoen moet gaan betalen weet ik niet, maar onlangs moest op al onze lopende projekten tegelijkertijd bezuinigd worden. Projekten die niets met elkaar te maken hebben, projekten in alle uithoeken van het land en in verschillende realisatiefasen. Op dat soort momenten tekenen zich in de bouwvergadering de Hechte -Echte- Liefdes af: meestal staan opdrachtgever en architect pal voor de beoogde kwaliteit, maar soms ook kiezen aannemer en opdrachtgever voor een lager "algemeen aanvaard niveau" en hebben architect en gebruiker om onduidelijke redenen het nakijken. Al die bezuinigingen zouden te compenseren zijn door de prijs iets op te schroeven, in de tijd dat geen nieuwe woning of auto zonder meerprijs-accessoires wordt verkocht.

Natuurlijk is het heel aantrekkelijk dat in Nederland de woon'lasten' zo laag zijn, natuurlijk is het uitzonderlijk dat het uitvoerend bouwbedrijf en haar leveranciers ingesteld zijn op economisch haalbare kleine series. Zeker ook zijn we trots op die hele culturele boekenkast aan sociaal-democratische bestuurders, de moderne architecten, de stedebouwers en de rekenaars die zich hun leven ingespannen hebben om de verantwoordelijkheid van de overheid vorm te geven voor de kwaliteit van de volkshuisvesting.
Maar kijk ook eens naar de gevolgen: de hoog-niveaurenovaties uit Rotterdam die de architectuur van hele wijken hebben opgeofferd aan een onbenullig gat in de regelgeving. Dat je het zo kon spelen dat je net zoveel uitgeeft als bij nieuwbouw, maar net een lagere huur kan doorberekenen.
En bedenk eens dat die premiekoopwoning -onroerend goed- goedkoper is dan de lease-Audi voor de deur, bedenk daarbij dat voor elke woning elke vijf jaar een vrachtwagen voorrijdt met tien mille aan electronisch wit- en speelgoed en elke vijf jaar een vrachtwagen met nieuwe spullen voor woonkamer, slaapkamer, keuken en badkamer. De kosten van het wonen schuiven weg van het begrip onroerend goed: we investeren met het wonen niet meer in gebouwen en steden waar onze kleinkinderen blij mee kunnen zijn. We investeren meer en meer in die consumptie artikelen die het wonen als accessoire dienen, die hier en nu ons genot dienen. En de woning zien we als een artikel met dezelfde consumptie status: duurzaamheid is geen kwaliteit meer. De meerinvestering van duurzaamheid in de woning belemmert de aanschaf van een zonnebank.
En dan de merkwaardige sociale consequenties van de verdieneffekten van de premiewoning: je koopt een premie A woning met tuintje en die verkoop je na vijf jaar. Van dat geld koop je een premie C woning en na pakweg vijf jaar schuif je door naar de vrije sector. En dat alleen maar door adem te halen met overheidssteun! En zolang de woningen maar verder uitgekleed worden is elke premie A zelfs een goede belegging.

Wat blijft er over voor uw kleinkinderen? Ga eens kijken wat er in uitbreidingswijken gebouwd wordt -maar nu niet op de BouwRai Buitenexpositie of in Kattenbroek, maar gewoon in de Bulk. In Hoofddorp, in Alphen, Sloten, Zwolle of in Zoetermeer. Kijk en vergelijk eens investering met produkt. Die woningen die steeds maar kleiner worden gemaakt om 'uit de kosten te komen': alleen die nieuwe woningvoorraad maakt de individualisering al een onomkeerbaar proces. Armoedig materiaalgebruik, doofstomme architectuur met een sprakeloze detaillering. Allemaal woningen zonder zolder, zonder kelder, zonder bijkeuken, zonder erker, zonder voortuin, zonder tuinhuis, zonder serre, zonder tuindeur, zonder geheime trappen of draaiende boekenkasten. Als de kabelaansluiting dát allemaal moet compenseren mogen we aannemen dat de aannemerij Joop van den Ende nog eens moeiteloos vijftig jaar in leven houdt.